“Schaapskuddes moeten samenwerken met bedrijfsleven”

Om te voorkomen dat schaapherders met kuddes die natuur en landschap beheren financieel ten onder gaan, zijn er andere vormen van financiering nodig. De herders worden nu nog meegezogen in de bezuinigingen op het natuurbeleid, maar er liggen mogelijkheden in het nieuwe Europese landbouwbeleid en in private financiering. Dat bleek tijdens het symposium Daarom eten we schaap.

“Schaapskuddes moeten samenwerken om het bedrijfsleven te interesseren. Vanuit de provincie wil ik dat graag ondersteunen.” Dat beloofde de Gelders gedeputeerde Jan Jacob van Dijk tijdens het symposium, waarvoor hij het provinciehuis in Arnhem ter beschikking had gesteld. Het symposium werd op 1 juni georganiseerd door onderzoeksinstituut Alterra en praktijknetwerk Daarom eten we schaap. Een zeventigtal herders, beleidsmakers, onderzoekers en belangstellenden luisterden er naar presentaties over alternatieve vormen van financiering. Het symposium was het sluitstuk van de met veel media-aandacht omgeven trektocht Schapen Op Drift van drie Gelderse schaapherders.

“Schaapherders vallen tussen wal en schip. Ze worden als agrariër niet serieus genomen, en als natuurbeheerder ook niet.” Zo vatte econoom Raymond Schrijver van Alterra de problemen samen van de schapenhouders die met hun kuddes natuur en landschap beheren. Hij rekende voor dat schaapskuddes per hectare beheerde grond 450 euro kosten, en dat de lams- en schapenvleesproductie maar zo’n honderd euro per hectare oplevert. Wil de schaapherder overleven, dan moet hij dus 350 euro per hectare halen uit de inkomsten van het natuurbeheer, de recreatie of de cultuurhistorie.

Gelderse herders met Schapen Op Drift in Niersen, foto Rob Voss

Schaapherders leven op dit moment vooral van de vergoeding die ze krijgen voor het natuurbeheer, van gemeenten, natuurorganisaties en provincies. Maar daarop wordt bezuinigd, dus is het zoeken naar alternatieven. Schrijver stelde dat er financiering mogelijk is door natuurgrond als landbouwgrond te bestemmen, zodat geld van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) van de Europese Unie bij de schaapherders terecht komt.

Volgens Bart Boers, voormalig bedrijfsleider bij Nationaal Park De Hoge Veluwe en onderzoeker bij het praktijknetwerk, kan in Nederland zo’n tweehonderdduizend hectare natuur en landschap worden onderhouden met begrazing. Dat past bij de vergroening van het Europese landbouwbeleid, de bestrijding van de stikstofdepositie waar de Nederlandse overheid voor verantwoordelijk is, en het zoeken naar goedkopere alternatieven voor het afplaggen van heide. “Als je kosteneffectief wilt werken, zul je integraal moeten werken aan biodiversiteit, cultuurhistorie, recreatie en landbouw. Begrazing is zo’n integrale methode.”

Het gaat bij de financiering van schaapskuddes niet alleen om overheidsgeld. Heinrich Belting van het Niedersächsischer Landesbetrieb für Wasserwirtschaft, Küsten- und Naturschutz vertelde over het grote bedrijf ZF Friedrichshaven AG dat zorg draagt voor de financiering van de stallen en het bezoekerscentrum van de schaapskudde bij de Dümmersee. De herder levert vlees voor een vaste hoge prijs aan lokale slagers, en via het netwerk van het bedrijfsleven ook aan Lufthansa.

Deze combinatie van kansen die er liggen voor private en publieke financiering kan vervolgens goed worden geregeld via een streekfonds en een streekrekening, stelde Hans Ghijsels van LTO, betrokken bij het Streekfonds Texel. Met de rente van de streekrekening en de bonus op die rente die de Rabobank uitkeert, wordt daar de schapenbegrazing van De Hoge Berg gefinancierd. De streekrekening wordt gevuld met geld van de provincie en de gemeente, die daarover gewoon kunnen beschikken. Privaat geld zou daar volgens Ghijsels naadloos in passen.

Met het symposium werd op een rijtje gezet welke mogelijkheden er zijn om het integrale werk van schaapskuddes ook in de toekomst te financieren. “Er is iets anders nodig dan platte financiering”, concludeerde Nico Verduin van LTO tijdens de discussie. “Het GLB is een oplossing voor de schapenhouderij als extensieve sector. De schapenhouders zullen in het GLB dan wel een andere werkwijze moeten krijgen, wat de schapenhouderij als extensieve sector heeft drie doelstellingen: voedselproductie, milieu en klimaat, en de regionale economie.”

0 antwoorden

Laat een reactie achter

Wilt u zich mengen in de discussie?
Voel u niet bezwaard om bij te dragen!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Time limit is exhausted. Please reload the CAPTCHA.