Praktijknetwerk Daarom eten we schaap heeft een aardige voorgeschiedenis. Want al in 2003 was er een onderzoek naar de penibele situatie van schapenhouders die natuurbeheer combineren met extensieve voedselproductie. Toen concludeerde Alterra dat de schapenhouders zouden moeten professionaliseren. Maar in 2010 is er nog weinig veranderd, behalve dat er meer aandacht is voor streekgebonden voedsel.

2003

Alterra publiceert een rapport (download Alterra-rapport 735 Schaapskuddes en natuurbeheer in pdf) over begrazing in de natuur. Daarover schreef Wb het volgende: Traditionele schaapskudde dreigt te verdwijnen.

Van april 2010 tot maart 2011

Onze zoektocht begint als we in april 2010 lamsvlees willen van het Veluws heideschaap. Er grazen verschillende kuddes van het oude ras Veluws heideschaap op de Veluwe. Het robuuste ras wordt gebruikt om de taaie beplanting op de voedselarme heide te begrazen. In tegenstelling tot het Kempische en het Drentse heideschaap heeft Slow Food het Veluws heideschaap nog niet in de Ark van de Smaak opgenomen, en is er ook nog geen Presidium. Het Veluws heideschaap is anders dan die beide rassen. In tegenstelling tot het Drentse heideschaap hebben ze bijvoorbeeld geen horens.

Wel lammetjes aaien, maar niet eten

De Veluwse heideschapen zijn op diverse plekken op de Veluwe te bewonderen. Er zijn kuddes in Ede, Rheden, Loenen en Ermelo. Helaas lukte het niet om bij deze kuddes een lam te bemachtigen. Dat heeft twee redenen. Allereerst waren we er erg vroeg bij. De lammetjes die er zijn, zijn nog heel erg jong en hebben nauwelijks smaak. De koude winter maakt dat de lammetjes laat zijn. Vandaar.

De tweede reden waarom we geen lamsvlees van het Veluws heideschaap konden krijgen is serieuzer en ongelukkiger. De stichtingen die de kuddes beheren, willen namelijk helemaal niet dat mensen weten dat je lammetjes van Veluwse heideschapen kan eten. In de jaren tachtig kwam dat in de krant, en dat leidde tot enorm veel opzeggingen van de donateurs die de stichtingen ondersteunen. Er is namelijk helemaal geen boer bezig met het Veluwse heideschaap, maar alleen door vrijwilligers ondersteunde stichtingen die financieel ondersteund worden door donateurs. En die donateurs aaien liever de lammetjes op lammetjesdag dan dat ze ze eten.

Schoonebekers: eet liever schaap

Lammeren van Veluwse heideschapen eten lukte dus niet. We moesten het op Derde Dinsdag doen met een biologische Texelaar, ook lekker maar weinig regionaal. We prijzen ons echter gelukkig dat we in aanraking kwamen met Chris Grinswis en Aafke Achterhof. Chris is al meer dan twintig jaar herder. Hij is met Aafke één van de weinige echte bedrijven die met kuddes schapen de heide onderhouden. Schaapskudde Het Soerel is ongeveer 600 schapen groot, allemaal van het oude ras Schoonebeker. De foto’s hieronder komen van de website www. schaapskuddehetsoerel.nl.

Chris en Aafke leven onder meer van de natuursubsidies die ze krijgen voor het onderhoud van de heide, maar ze proberen ook geld te verdienen met wol en met het vlees. Met dat laatste is iets raars aan de hand. Waar de Veluwse Heidelammeren anoniem verdwijnen nadat ze geaaid werden door de donateurs van de stichtingen die de kuddes beheren, kunnen Chris en Aafke de lammeren van hun Schoonebekers makkelijk kwijt.

Alleen met de schapen blijven ze zitten.

Ze hebben van alles geprobeerd. Bij slagerij Ter Weele in Oene, een hele goede slager, laten ze de schapen slachten. De slager verwerkt ze tot zeer smakelijke salami, nog veel lekkerder rookvlees en een best smakelijke goulash in blik (nu te koop bij MergenMetz). Tot zover alles goed.

Voor de echte goede verkoop zijn er twee problemen. Allereerst eten Nederlanders geen schapenvlees, en hangt aan dat vlees nog altijd het imago van een sterk geurend en taai lapje dat je het beste met veel kruiderijen stooft. Dat is niet terecht, de goulash die Ter Weele maakt is ondanks de gangbare kruiderij niet schapig.

Het tweede probleem is dat Chris en Aafke te klein zijn voor een regulier marktkanaal. De vijftig schapen die ze elk jaar slachten, zijn meestal schapen die ouder zijn dan zes jaar en die dan de tanden breken op de taaie heidevegetatie en opgeruimd moeten worden voordat ze de herder veel werk bezorgen. Of het zijn ondeugende schapen. Vorige week liet Chris nog twee schapen slachten die over de hekken sprongen; dat kan een herder met een gedisciplineerde kudde niet hebben. De toevoer van vijftig schapen per jaar is dus al klein, maar de aanvoer van geslachte schapen is ook nog eens onregelmatig. Dat past niet bij de grootschalige reguliere marktkanalen van tegenwoordig.

Eerste activiteiten

In 2010 organiseerde we onze eerste activiteiten:

  • Op zondag 26 september organiseerde Slow Food Rijnzoet het jaarlijkse Smaakfestijn met een streekmarkt en proeverijen. We hebben daar aandacht gevraagd voor Schaapskudde Het Soerel en dan vooral het schapenvlees van de Schoonebekers. Grijzebeer heeft daar een karkas van een Schoonebeker ontleed in de juiste delen. Daarnaast kookte hij op open vuur – op gietijzeren potje nummer 6 – Schoap in de proemenpot, zodat het publiek kon proeven hoe lekker schaap eigenlijk is.
  • Op dezelfde dag ging de website Daarom eten we schaap de lucht in, een klein begin van de website die nu dagelijks groeit.
  • MergenMetz heeft op de website www.mergenmetz.nl een webwinkel met onder andere chocola en olijfolie. Daar is nu ook de Schoonebeker Goulash te koop. Slagerij Ter Weele in Oene maakt blikken goulash van de schapen van Chris en Aafke. Later volgen de schapenworstjes van de Ouwendorperhoeve.

1 maart 2011: Daarom eten we schaap wordt praktijknetwerk.

Vanaf november 2010 is er hard gewerkt om acht aanvragers bij elkaar te krijgen om bij bij het ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie subsidie aan te vragen voor een praktijknetwerk. Dat werd op 1 maart 2011 gehonoreerd. Vanaf dat moment wordt er serieus gewerkt aan de thema’s schapenvleesondernemenonderzoek en onderwijs.