Op 14 november kwam een groep studenten Landschapsgeschiedenis van de Rijksuniversiteit Groningen op bezoek bij Gert van de Bor van de Grazerie. Hij vertelde over zijn begrazingsactiviteiten, en nam hen mee naar de schaapskudde langs de Ee bij Leusden. Daarnaast kregen de studenten uitleg over de filosofie van Daarom eten we schaap.

Het werkcollege was onderdeel van een praktijkonderzoek van de studenten. Ze vergeleken de praktijk van een van de deelnemers van Daarom eten we schaap met die van het project Echt Overijssel, waarin boeren met onderzoekers experimenteren met de combinatie van landschapsbeheer en voedselproductie. Het was een fijne middag met prachtig weer, en zeer geïnteresseerde studenten die Van de Bor en zijn schaapherder in Leusden bestookten met vragen. Tijdens de discussie na het werkbezoek kwamen de vele aspecten

Hieronder publiceren we delen uit het rapport Regionale voedselproductie in relatie met natuur- en landschapsbeheer, dat de studenten schreven: een korte evaluatie van het probleem van de schaapherder, en een SWOT-analyse van de twee onderzochte projecten.

Download Het volledige rapport Regionale voedselproductie in relatie met natuur- en landschapsbeheer.

Evaluatie

“Zoals we in de inleiding zagen, kampen de schaapherders met een aantal problemen. Het eerste dilemma was de verandering in het subsidiestelsel voor natuurbeheer. ‘Daarom eten we schaap’ heeft onderzoek laten doen naar andere mogelijkheden voor inkomsten voor schaapherders. Dit heeft het praktijknetwerk op twee manieren gedaan. Enerzijds is er onderzoek gedaan naar andere manieren om overheidsgelden en geld van bedrijven te kunnen krijgen via andere methoden dan natuursubsidies. Hier kwam uit dat de schapenhouderij zich kan richten op landbouwsubsidies en afspraken kan maken met bedrijven die interesse hebben in duurzaam ondernemen. En de andere oplossing is direct te verbinden met het tweede dilemma in de schapenhouderij. Het negatieve imago dat schapenvlees heeft wordt bestreden door ‘Daarom eten we schaap’. Dit gebeurt, zoals we zagen door de promotie van schapenvlees op de regionale markt. Dit heeft tot gevolg dat er meer inkomsten gegenereerd kunnen worden door de verkoop van vlees als nevenactiviteit.

“Er is tot slot het maatschappelijke vraagstuk. Is er ondanks de hoge vraag naar voedsel, ruimte voor regionale vormen van voedselproductie die meer aandacht heeft voor een meer duurzame omgang met milieu, natuur en landschap? Volgens het Biojournaal is meer dan drie kwart van de Duitsers bereid om meer te betalen voor regionale producten (Biojournaal, 2013). Mede door de globalisering en de intensivering van de landbouw is er een trend zichtbaar waarbij mensen geneigd zijn regionale producten weer meer te waarderen. Het toenemend aantal leden bij organisaties als Slow Food is een van de tekenen dat hier op wijst. Inmiddels zijn er wereldwijd meer dan 100.000 leden bij deze organisatie(Slow Food, 2012). ‘Daarom eten we schaap’ is een van de projecten die de duurzame, regionale vormen van voedselproductie een kans probeert te geven.”

SWOT-analyse

Strengths

“Binnen beide organisaties wordt er op verschillende maatschappelijke vraagstukken ingegaan. Bij Echt Overijssel zijn niet alleen producenten, maar ook verwerkende bedrijven, verkopende bedrijven, kennisinstellingen en natuurbeheerders aangesloten. Hierdoor is er sprake van een sterke organisatie. Alles kan binnen Echt Overijssel worden geregeld en worden afgestemd. Wel werkt ieder bedrijf op zijn eigen wijze, waardoor ze eigen accenten kunnen leggen en uniek blijven. Dit is ook het geval bij praktijknetwerk ‘Daarom eten we schaap’. Belangrijk en sterk is dat in beide organisaties onderzoek ook hoog in het vaandel staat. Door je te richten op duurzaamheid en regionale landbouw creëer je meer draagvlak bij overheden, die met vergunningen of gebiedsbeleid dit type bedrijven kan stimuleren. Hierdoor ontstaat er voor schapenherders weer een kans, om in combinatie met het richten op de markt, ze hun beroep kunnen blijven uitvoeren. Wanneer een programma als Echt Overijssel goed loopt en de korte ketens een feit zijn kunnen de kosten dalen door bijvoorbeeld minder aankoop van krachtvoer en/of meststoffen.”

Weaknesses

“Of het financieel rendabel gaat zijn is een grote vraag die speelt bij zowel Echt Overijssel als ‘Daarom eten we schaap’. Voor het realiseren van meer agrobiodiversiteit in de landbouw en het sluiten van kringlopen bij Echt Overijssel zijn grote inspanningen nodig. Deze inspanningen kosten veel geld. Een mogelijke geldbron is aanspraak maken op beheervergoedingen. Deze middelen blijven echter achter bij de groei van het oppervlak natuur in Nederland. In de praktijk blijkt het budget vaak nog steeds ontoereikend om de gestelde doelen te realiseren. Daarom stijgt de noodzaak om met slimme, nieuwe constructies enerzijds hoge natuurdoelstellingen en anderzijds inkomsten uit agrarische productie te genereren. Hier is Echt Overijssel druk mee bezig. Dit kan gezien worden als een leuke en interessante uitdaging om het project te laten slagen. ‘Daarom eten we schaap’ heeft het opgenomen voor de schaapherders om dit oude ambacht niet uit handen te verliezen, aangezien het van groot belang is voor het beheren en in stand houden van ons cultuurlandschap. Het probleem is dat de schapenhouders tussen wal en schip vallen, omdat ze zowel als agrariër en als natuurbeheerder niet serieus genomen worden. Dit zal de komende tijd het geval blijven, waardoor ze het moeilijk zullen blijven houden. Wel wordt door ‘Daarom eten we schaap’ het ambacht en schapenvlees in een positief daglicht gezet, waardoor men het over een andere boeg kan gooien en meer opbrengsten kan genereren uit schapenvlees. Dit zal eerst wel meer geliefd moeten worden onder de bevolking aangezien schapenvlees op dit moment nog wel te kampen heeft met een slecht imago.”

Opportunities

“Het huidige slechte imago van schapenvlees biedt juist ook wel weer een positief perspectief en kansen voor in de toekomst. Het is een innovatief idee wat met een goed verdienmodel succesvol kan gaan worden. Het is nu van groot belang dat de positieve aspecten van schapenvlees worden gepromoot. Hier is praktijknetwerk ‘Daarom eten we schaap’ druk mee bezig. Er zijn verschillende lekkere recepten op de website te vinden. Ook is men druk bezig met relaties te vormen tussen schapenhouders en slachterijen, slagers en restaurants. Waardoor het schapenvlees weer meer verkocht zal kunnen worden voor een goede prijs. Bij Echt Overijssel zien ze dit project als een vliegwiel voor nieuwe bedrijfsmodellen voor landbouw en natuur. Het maakt mensen enthousiast voor regionale landbouw, korte ketens en het investeren in slow food. Dit is een positieve ontwikkeling die te zien is, die voor kansen en uitbreiding in de toekomst kan zorgen. Van belang is dat het regionale netwerk transparant is. Duurzaamheid staat bij veel consumenten wel in de belangstelling, maar de consument wil er ook een beeld en een goed gevoel bij hebben. Als je duurzaamheid aan de hand van biodiversiteit en regionale landbouw wil laten binnendringen bij de consumenten zal het zichtbaar moeten zijn. Echt Overijssel is al druk bezig met het transparant maken van het proces, maar er is nog veel winst te behalen.”

Threats

“Door het praktijknetwerk gaat het makkelijker worden om schapen te verkopen aan de slachter voor schapenvlees. Nadat de schapen een mooi en nuttig leven hebben gehad op de heide, wordt er ook een goede bestemming gevonden voor het oude schaap. Helaas is er geen constante aanvoer van schapenvlees mogelijk en is de verkoop van schapenvlees te kleinschalig voor standaard consumptieartikelen. De natuur bepaalt wat er op het menu staat. Kleinschalige restaurant kunnen hier vaak nog wel creatief op in spelen, maar er is wel een goed logistiek netwerk nodig. De kostenbeheersing blijft een belangrijk aandachtspunt bij de opbouw van korte, regionale ketens zoals bij Echt Overijssel. Het is lastig om regionale afzet op te bouwen, omdat grootschalige landelijke of internationale afzet volumevoordelen heeft. Hierdoor is de kostenbeheersing vaak geoptimaliseerd. Dit zal in het nadeel blijven werken van korte ketens. Dit is een uitdaging om dit nadeel, de hogere kosten, zo klein mogelijk te gaan maken.”

Conclusie SWOT-analyse

“Zowel ‘Daarom eten we schaap’ als Echt Overijssel hebben een sterk fundament door een organisatie met verschillende actoren waardoor er binnen de organisatie dingen op elkaar afgestemd kunnen worden. Uiteindelijk zal een project rendabel moeten worden om uit te kunnen. ‘Daarom eten we schaap’ doet dit op een innovatieve manier door het imago van schapenvlees te promoten. Echt Overijssel probeert de bewoners ook warm te maken voor regionale productie, maar doet dit op een groter schaalniveau met verschillende soorten producten. Dit zal op dit moment voor een groter draagvlak zorgen, waardoor het eerder succesvol kan worden genoemd.”